Gedrag
Hoe leeft een egel?
De natuurlijke leefomgeving van egels is een bosrijk gebied. Ze kunnen zich daar goed verstoppen en nestmateriaal vinden. Tegenwoordig leven ze overal waar voedsel te vinden is en geschikte schuilplaatsen zijn. Het leefgebied van een mannetje is ongeveer 20-40 hectare en dat van een vrouwtje 10-20 hectare. Egels vermijden vochtige gebieden en naaldbossen zonder onderhout. Daar is moeilijk een droge schuilplaats te vinden.
Egels bekleden hun nest met bladeren, planten, mossen en grassen. Ze slepen dit in hun bek naar hun schuilplaats. Dit kan een zelfgemaakt hol zijn, maar ook een holle boomstam, een konijnenhol of onder oude stallen of heggen. Als de schuilplaats hem bevalt, kan hij het jaren aanhouden om er overdag te slapen.
De egel sleept het nestmateriaal naar de uitgekozen plek, maakt een hoop, graaft zich in en begint te draaien. Zo ontstaan er dicht op elkaar gepakte bladeren, die de wanden van het nest vormen. Deze wanden kunnen wel 20 cm dik zijn.
De egel is een aantal keer per nacht actief’; hij slaapt ongeveer 18 uur. Hij is niet de hele nacht actief. Zijn eerste actieve periode bij het vallen van de avond duurt zo’n 3 uur. Rond middernacht en tegen de ochtend gaat hij telkens nog eens voor enkele uren op pad. Per nacht kan hij zo gemakkelijke enkele kilometers afleggen.
De egel is wakker in de lente, zomer en herfst.
In de herfst slaat hij een vetvoorraad op, waardoor hij tijdens zijn winterslaap kan overleven.
Als het kouder wordt en er niet voldoende voedsel meer is, zoekt de egel een beschut plekje voor die winterslaap. Onder een heg, een houtstapel, compost- of bladhoop maakt hij een nest van blad, takjes en ander materiaal. Wanneer hij vet genoeg is -jonge egels vaak pas in december, oudere egels al eerder – zoekt hij dit nest op.
Egels in de natuur bereiken nog maar zelden de leeftijd van vier jaar.
Nuttig voor het milieu
Egels zijn nuttige dieren. Zij eten insecten en slakken, die wij als schadelijke ervaren. Ook zijn zij grote opruimers van aas, weggegooid voedsel en fruit. Ze zijn dol op regenwormen.
Vrij rondlopende egels
Egels worden vaak ’s avonds rondscharrelend in de tuin gezien, waar ze een welkome gast zijn omdat ze de voor ons schadelijke dieren eet: slakken, rupsen, larven, kevers, jonge muizen en aas.
Egels maken een hoop herrie onder het eten. Ze smakken en snuiven er op los.
Egelbabies tsjilpen als vogels als ze honger hebben of als ze hun moeder zoeken.
Gevaren voor egels
- Egels hebben weinig natuurlijke vijanden. Maar roofvogels en grote uilen hebben maling aan hun stekels. Met hun grote klauwen en hun harde snavel trekken ze hem in stukken. Dassen, bunzingen, wilde zwijnen en vossen maken zieke of gewonde egels buit.
- Inwendige en uitwendige parasieten kunnen hem ook het leven kosten. De meeste parasieten krijgt een egel binnen bij het eten van slakken en insecten. Het grootste gevaar schuilt echter in de mens.
- Het eten van slakken, mollen of muizen die gedood zijn door slakkenkorrels of ander gif, is dodelijk voor egels.
- Egels kunnen goed zwemmen, maar tegen steile randen van tuinvijvers of zwembaden kunnen zij niet op.
- Rondslingerende (jam)potten, blikjes, plastic buizen of ijzerdraad zijn een gevaar voor egels die overal hun neus in steken en vast komen te zitten.
- Netjes die over fruit worden gehangen tegen vogels, moeten minstens 30 cm boven de grond hangen, anders kan een egel er in verstrikt raken, wat snijwonden en flinke onderkoeling ten gevolge kan hebben.
- Egels bouwen vaak een nest in een composthoop. Bij het opruimen hiervan worden regelmatig egels verwond.